Inhoud

De opleiding OVK Bouw bestaat uit een vijftal trainingsdagen; met eens in de 14 dagen les (klik hier voor de dagindeling). Deze module wordt afgesloten met een schriftelijk examen bestaande uit 50 multiple choice vragen. Daarnaast maak je een tweetal bedrijfsopdrachten. Om deel te kunnen nemen aan deze opleiding dien je te beschikken het VCA-VOL diploma of VIL-VCU.

Bedrijfsopdrachten

Tijdens de OVK opleiding voer je twee bedrijfsopdrachten uit. De onderwerpen van deze bedrijfsopdrachten moeten gaan over de arbeids- en procesveiligheid binnen het bedrijf. Het is van belang te melden dat de opleiding OVK strak begeleid wordt bij het maken van de bedrijfsopdrachten. Voor een bedrijfsopdracht heeft de kandidaat gemiddeld drie weken de tijd.

De planning voor het inleveren van de bedrijfsopdrachten is:

    • Bedrijfsopdracht 1 voor lesdag 4 
      Bedrijfsopdracht 2 tussen lesdag 5 en het examen

Er wordt tijdens lesdag 1 aandacht besteed aan het maken van de eerste bedrijfsopdracht. Tijdens lesdag 3 wordt er aandacht besteed aan het maken van de tweede bedrijfsopdracht. Het inleveren van de eerste bedrijfsopdracht voor lesdag 4 is van belang omdat deze dan wordt nagekeken en beoordeeld en het resultaat hiervan kan worden meegenomen bij het maken van bedrijfsopdracht 2.

HOBÉON SKO

De opleiding OVK is SKO-Hobéon geregistreerd en het schriftelijk examen wordt ook afgenomen door Hobéon SKO.

Uitgangspunten van de opleiding:

Uitgangspunt is ervaringsgericht leren.

  • Voorafgaande aan de trainingsdagen bestudeert de cursist de theorie en voert één of meerdere verwerkingsopdrachten uit gericht op het verwerken van theorie en het ontwikkelen van inzichtaspecten. Vooraf wordt ook een voorbereidingsopdracht uitgevoerd die aansluit op verworven kennis en inzicht en gericht is op de eigen praktijken bedrijfssituatie die niet ingeleverd behoeft te worden maar wel input/uitgangspunt is voor de cursusdag;
  • Tijdens de trainingsdagen worden (sub)groepsopdrachten uitgevoerd gericht op inzicht en vaardigheid: op interactieve wijze toepassen van theorie, inzicht hebben in de praktijksituatie en bevorderen van de juiste beroepshouding;
  • Bedrijfsopdrachten na elke module zijn gericht op concrete bedrijfssituaties in de bouw. De cursist toont aan over theoretische kennis te beschikken, heeft inzichten verworven en is in staat een en ander in de beroepspraktijk toe te passen.